Lekker koffie drinken of een ommetje maken tijdens het laden, een extra nachtje slapen onderweg zodat je een stuk uitgeruster op je bestemming aankomt, en rustig een steady snelheid aanhouden om je actieradius zo groot mogelijk te maken. Allemaal fijne, relaxte dingen aan het rijden van lange afstanden met een elektrische auto. Daar schuin tegenover staan helaas de bekende en gevreesde laadpaal-wachttijden, of bijvoorbeeld de tijd die het kost om te speuren naar laadpalen in je omgeving. Vergeet ook niet de ultieme horror: het aankomen bij een ingeplande laadstop, waar je ontdekt dat de laadpaal niet meer in het land van de levenden is. No bueno.
Gelukkig bestaat er voor een hoop van deze frustraties een oplossing om ze te voorkomen of in elk geval een stuk minder bloeddrukverhogend te maken. Hieronder vind je een paar praktische tips om te zorgen dat je geen onnodige vertraging oploopt als je erop uit gaat met je elektrische auto.
Grijp een app of twee met een laadpaal-overzicht en vul je plaats van bestemming in. Kijk eens naar de laadpalen in de buurt en check: hoeveel zijn het er? Hoe duur is het laden daar? Heb ik speciale betaalmethodes nodig? En, niet onbelangrijk: zijn ze inderdaad nog in werking? Dit kun je bijvoorbeeld zien met de app PlugShare.
Als je het antwoord op al deze vragen hebt en precies weet hoe het met de laadpalen daar gesteld is, kan je je reis hierop afstemmen. Het scheelt je vaak veel geld en tijd om niet onderweg steeds bij dure, populaire snelladers stil te hoeven staan, maar pas dichtbij of zelfs op je bestemming weer bij te moeten laden. Kies er daarom voor om onderweg alleen het hoognodige te laden en je auto op de eindbestemming pas weer volledig vol te gooien bij een fijne, rustige laadpaal.
Heb je weleens dat je tijdens het rijden merkt dat je accu tot 40% gedaald is en je vervolgens een onderbuikgevoel (of commentaar vanaf de passagiersstoel) krijgt dat je snel moet gaan laden? Je bent niet de enige. Maar eigenlijk is het veel beter om dit te negeren en pas te laden als je auto op 20 of zelfs 10 procent is. Fun fact: auto’s werken eigenlijk net als smartphones. Hoe leger ze zijn als je begint te laden, hoe sneller ze opladen. Hierdoor heb je minder stops nodig onderweg, en is de laadsnelheid ook nog eens hoger bij de stops die je wel maakt. Scheelt een hoop, dus!
Zorg er daarnaast voor dat je bij elke stop alvast even de realtime situatie van je volgende stop(s) checkt. Via de apps van Ionity, Fastned en Tesla kan je bijvoorbeeld in een oogopslag zien wat de actuele situatie is bij al hun laadstations in Europa. Op basis daarvan kan je besluiten om toch iets verder door te rijden of om er juist eentje eerder te pakken dan je oorspronkelijk had gepland.
Snelladers zijn duurder dan normale laders, maar voor elke lange reis natuurlijk wel je beste vriend. Probeer er dus relatief gezien zoveel mogelijk van providers als Allego, Ionity en Fastned mee te pakken onderweg, maar laad het meeste, als het mogelijk is, pas op je eindbestemming. Bij deze Europese snellaadstations kan je overigens altijd betalen met je laadpas . Wees ook niet bang om een Tesla-laadstation met tientallen laders aan te doen onderweg. Bij Tesla kan je inmiddels namelijk ook prima laden op flink wat locaties. Let dan wel op hun idle fee en laad je auto maar tot 80% op.
Als je op een drukke dag rijdt waarop zelfs de snellaadstations vol zitten, kan je het beste van de snelweg af gaan en in een dorp, bij een grote supermarkt of bij de IKEA laden. Ook fijn om van de gelegenheid gebruik te maken en even de benen te strekken in een idyllische dorpsbuurt, wat boodschappen te halen of een Zweedse gehaktbal naar binnen te schuiven.
Laatste tip: houd er rekening mee dat ze in het buitenland nog niet zo streng zijn als wij Nederlanders met controleren op benzineauto’s die parkeerplaatsen voor elektrische auto’s bezetten. Zorg dus altijd dat je een ‘laadpaal B’ in de buurt hebt als laadpaal A ineens onbereikbaar blijkt!